Logo Science Café Leiden

29 maart 2011: De macht van de media

Verslag

Duur                            : van 20:00 – 22:00 uur
Deelname                  : 85 personen, w.o. 15 studenten
Inleidingen                 : Dr. Tom van Hout, Univ. Leiden (Journalisme en Nieuwe Media), Univ. van Antwerpen
                                     : Prof. Jos van den Broek, Univ. Leiden (Wetenschapscommunicatie)
Divertissement         : Bernadette van Haaster (eigentijdse zang en piano)

Hoewel Tom van Hout de titel van de bijeenkomst als een zwaar cliché beschouwt, weet hij er goed raad mee. 'Media' definieert hij in dit verband als de klassieke media: radio, TV en pers. Zijn uitgangspunt is dat de overvloed aan informatie repetitief, gecontroleerd en ongevaarlijk is. De wijze van nieuws consumeren is tegenwoordig afwijkend van het traditionele beeld: wij nemen de gehele dag door nieuws tot ons, dus niet alleen meer op een rustmoment aan het einde van de dag. Het nieuws zelf homogeniseert, de kwaliteit en de diversiteit nemen af.

Journalisten beschouwen zichzelf als poortbewakers, hoewel zij niet meer zelf nieuws maken en het alleen maar verwerken. Daarbij speelt een belangrijke rol het gegeven dat grote organisaties (overheden, grote bedrijven) het nieuws in een professioneel 'voorgebakken' vorm aan de media aanbieden. Er is derhalve weinig originaliteit in het nieuws dat de burger bereikt, men kopieert er lustig op los: 'churnalism'. Een uitzondering hierop wordt gevormd door Wikileaks.

Van Hout pleit voor journalistiek die nieuws doorgeeft, waarbij journalisten als een soort curatoren informatie filteren en selecteren, onder vermelding van bron en status van het nieuws. Daardoor kan het nieuws meer transparant worden.

Jos van den Broek benadert het onderwerp via de middelen die de media gebruiken:

  1. retorica (i.d.b.v. welsprekendheid, de kunst van het overtuigen op alle denkbare manieren) m.b.v. pathos, ethos en logos en
  2. framing (de presentatie, het verpakken van de retorieke middelen).

Van den Broek houdt zich erg bezig met beeldtaal, de visuele retorica. Dit kan op velerlei wijzen, bijvoorbeeld met bewuste keuze van typografie, of het manipulatief hanteren van statistieken. Andere retorische middelen kunnen zijn de herhaling en de hyperbool. Het is bij het consumeren van nieuws belangrijk om je voortdurend bewust te zijn wie de zender van de informatie is en waarvan de zender je wil overtuigen. Van den Broek poneert de stelling: "Kennis van retorica en framing verkleint de macht van de media".

Na de pauze, die, evenals de aanvang en het einde van de bijeenkomst muzikaal uitstekend werd omlijst door een onverstoorbare Bernadette van Haaster, was er ruim gelegenheid voor discussie en het stellen van vragen. Daarbij kwamen o.m. aan de orde de waarde van de bijdragen en het zelfbeeld van journalisten en de mening van Van Hout dat de klassieke media altijd moeite hebben om jongeren te bereiken. De grote (en tijdelijke) populariteit van sociale media behoeft dus niet te verontrusten. Daarbij ware nog te bedenken dat nieuwe technologische ontwikkelingen bij hun introductie altijd polariseren: er zijn zonder uitzondering uitgesproken voor- en tegenstanders geweest van het gebruik van nieuwe technologische middelen. Zoals bijvoorbeeld ook ooit bij de introductie van het gebruik van de telefoon op de redacties van kranten. Van Hout, tenslotte:"De informatieconsument, jong en oud, moet 'mediageletterd' worden".

Email ons | ©2010 Science Café Leiden | Disclaimer & Colofon